Bijeenkomsten
Euthanasie en hulp bij zelfdoding
Online
23 Nov 2021
18:00 — 21:00
In de forensisch psychiatrische, psychologische en penitentiaire praktijk komen thema’s als euthanasie en hulp bij zelfdoding af en toe aan de orde. Zoals bij een depressieve gedetineerde aan wie de vraag werd voorgelegd wat hij in zijn toekomst wilde. Euthanasie was zijn antwoord. De forensisch gedragskundige kan en mag dat niet adviseren, voor zover het al geïndiceerd zou (kunnen) zijn. Ook in de praktijk van het allengs groeiend aantal levenslang gestraften komt het een enkele keer ter sprake. Enige jaren geleden deed zich een zaak voor van een Belgische gedetineerde met een lange gevangenisstraf voor de boeg die naar Nederland overgeplaatst wilde worden omdat hier de mogelijkheid voor euthanasie zou bestaan.
Hoe dan ook een onderwerp om in breder verband op dinsdag 23 november a.s. tussen 18.00 en 20.30 uur in het Psychiatrisch Juridisch Gezelschap bij stil te staan, en wel met twee zeer goed ingevoerde sprekers:
Bert Keizer, arts, filosoof en auteur. Wekelijks heeft hij een column in Trouw en geregeld stukken in Medisch Contact. Zijn stukken over euthanasie en hulp bij zelfdoding doen nogal eens wat stof opwaaien maar worden ook door artsen over het algemeen als zeer reëel beoordeeld. Hij schuwt niet om over de emoties van de patiënt, maar ook over die van de dokter uit te weiden. Hij heeft lange tijd als verpleeghuisarts gewerkt.
De geneeskunde werd twee keer wakker: de eerste keer in het begin van de negentiende eeuw, waarna een revolutie op gang kwam in de wijze waarop wij met het noodlot omgaan, voor zover ons dat aangrijpt in ons lichaam. Een revolutie die nog altijd voortduurt. Het sterftepercentage van de mens bleef echter gewoon 100%. Het tweede ontwaken kwam in de jaren zeventig van de vorige eeuw toen de geneeskunde zich bleek te misdragen rond het sterfbed, waar de wetenschappelijke analyse van de gebeurtenissen in ons lichaam volstrekt irrelevant, zelfs beschadigend wordt. Het duurde nog tientallen jaren voordat artsen als ze geen genezing konden bieden, bereid waren tot palliatie of zelfs euthanasie over te gaan. Een praktijk die onmogelijk bleek af te bakenen.
Prof.mr.dr. Jaap Sijmons, hoogleraar gezondheidsrecht aan de Universiteit Utrecht, voorzitter van de Vereniging voor Gezondheidsrecht en lid van de Gezondheidsraad en tot voor kort advocaat op gezondheidsrechtelijk gebied bij Nysingh advocaten en notarissen.
In de discussie over het wegnemen van de strafbaarheid van euthanasie klonk eind vorige eeuw vaak het argument van de ‘slippers slope’. Als euthanasie ‘normaal’ wordt voor schrijnende gevallen, waar komen we glijdend dan misschien op uit? In de literatuur zag de verbeelding het bureaucratisch gehandhaafde ‘recht op sterven’ al voor zich. 30 tot 40 jaar later is euthanasie ‘genormaliseerd’ en verkennen we de grenzen bij jongeren, hypochonders, psychiatrische patiënten, en dementerenden. Hoe staat het juridisch met de ‘grensbewaking’?
Euthanasie en hulp bij zelfdoding
In de forensisch psychiatrische, psychologische en penitentiaire praktijk komen thema’s als euthanasie en hulp bij zelfdoding af en toe aan de orde. Zoals bij een depressieve gedetineerde aan wie de vraag werd voorgelegd wat hij in zijn toekomst wilde. Euthanasie was zijn antwoord. De forensisch gedragskundige kan en mag dat niet adviseren, voor zover het al geïndiceerd zou (kunnen) zijn. Ook in de praktijk van het allengs groeiend aantal levenslang gestraften komt het een enkele keer ter sprake. Enige jaren geleden deed zich een zaak voor van een Belgische gedetineerde met een lange gevangenisstraf voor de boeg die naar Nederland overgeplaatst wilde worden omdat hier de mogelijkheid voor euthanasie zou bestaan.
Hoe dan ook een onderwerp om in breder verband op dinsdag 23 november a.s. tussen 18.00 en 20.30 uur in het Psychiatrisch Juridisch Gezelschap bij stil te staan, en wel met twee zeer goed ingevoerde sprekers:
Bert Keizer, arts, filosoof en auteur. Wekelijks heeft hij een column in Trouw en geregeld stukken in Medisch Contact. Zijn stukken over euthanasie en hulp bij zelfdoding doen nogal eens wat stof opwaaien maar worden ook door artsen over het algemeen als zeer reëel beoordeeld. Hij schuwt niet om over de emoties van de patiënt, maar ook over die van de dokter uit te weiden. Hij heeft lange tijd als verpleeghuisarts gewerkt.
De geneeskunde werd twee keer wakker: de eerste keer in het begin van de negentiende eeuw, waarna een revolutie op gang kwam in de wijze waarop wij met het noodlot omgaan, voor zover ons dat aangrijpt in ons lichaam. Een revolutie die nog altijd voortduurt. Het sterftepercentage van de mens bleef echter gewoon 100%. Het tweede ontwaken kwam in de jaren zeventig van de vorige eeuw toen de geneeskunde zich bleek te misdragen rond het sterfbed, waar de wetenschappelijke analyse van de gebeurtenissen in ons lichaam volstrekt irrelevant, zelfs beschadigend wordt. Het duurde nog tientallen jaren voordat artsen als ze geen genezing konden bieden, bereid waren tot palliatie of zelfs euthanasie over te gaan. Een praktijk die onmogelijk bleek af te bakenen.
Prof.mr.dr. Jaap Sijmons, hoogleraar gezondheidsrecht aan de Universiteit Utrecht, voorzitter van de Vereniging voor Gezondheidsrecht en lid van de Gezondheidsraad en tot voor kort advocaat op gezondheidsrechtelijk gebied bij Nysingh advocaten en notarissen.
In de discussie over het wegnemen van de strafbaarheid van euthanasie klonk eind vorige eeuw vaak het argument van de ‘slippers slope’. Als euthanasie ‘normaal’ wordt voor schrijnende gevallen, waar komen we glijdend dan misschien op uit? In de literatuur zag de verbeelding het bureaucratisch gehandhaafde ‘recht op sterven’ al voor zich. 30 tot 40 jaar later is euthanasie ‘genormaliseerd’ en verkennen we de grenzen bij jongeren, hypochonders, psychiatrische patiënten, en dementerenden. Hoe staat het juridisch met de ‘grensbewaking’?